21-06-2011

De Muur

'Tegen de muur lopen' of 'een klop van de hamer krijgen' tijdens de marathon.  Zo zou ik het eigenlijk niet omschrijven.  Immers dat klinkt of het iets is dat je plots overeenkomt.  Ik zou het eerder het langzame uitdoven van het licht noemen.  Zo voelde ik het aan tijdens de Nacht Van Vlaanderen te Torhout per 17 juni 2011

Na een eerste zalige 2O km.  In een leuke pas wat rondkijken...  Hier en daar een woordje tegen een collega-loper of een toeschouwer...  Af en toe een hapje of drankje in de regelmatige bevoorrading...  Alles goed geregeld...   Een mens voelt er zich zelf wat belangrijk bij.

Het ging zo vlot dat ik na 20 km wat versnelde.  Maar vanaf 28 km vonden mijn benen het precies zo zalig niet meer.  Af en toe wat pijn.  Maar ik wist dat ik mij moest troosten met het feit dat deze km net iets minder lastig zou zijn dan de volgende.  Dus kon ik er maar beter nog wat van genieten.  En die instelling hielp wel wat. 

Ik begon uit te kijken naar de volgende bevoorrading.  Gewoon omdat het hoorde dat ik dan even stopte met lopen.  Dus geen stop omdat het niet ging, maar wel omdat dit gepast was om te drinken.    Even zuurstof aan die benen zonder dat ik moest toegeven dat ik niet goed meer kon.    Maar ik had nu precies bij iedere bevoorrading wel meer tijd nodig om te drinken (lees om wat te recuperen).

En het werd moeilijker en moeilijker.  Mijn geest dwong mijn benen tot verder lopen.  Maar zodra mijn geest even niet aandachtig was stond ik stil.  Enkele tientallen meter verder dwong ik mezelf weer te dribbelen.  Te lang wandelen zou wel even nefast kunnen zijn en maakte het opnieuw starten met lopen nog moeilijker.

De laatste kilometers.  Af en toe, heel kort, had ik ook een euforisch gevoel.  Het zou lukken !  Na de zeer lange voorbereiding zou ik een marathonloper zijn ! 

Finish in zicht en ik moest nog echt op mijn tanden bijten om niet volledig stil te vallen in het zicht van alle toeschouwers. 

Opeens had ik een o zo mooie medaille rond mijn nek.